Marrakech: De soek (3)

Dinsdag, 15 november, 1994, Marrakech

Abdu toont ons enkele typische bouwwerken en poorten, vooraleer we naar de ‘echte’ soeks gaan, via een straatje waar alle ambachtslui vertegenwoordigd zijn: lederbewerkers, wevers, borduurders, pottenbakkers, meestal enkel mannelijke leden. Ze werken in omstandigheden die voor ons ondenkbaar zijn: in heel kleine krotpandjes, waar ze met zes of zeven op elkaar gedrumd hun ambacht moeten uitoefenen. Meestal vredige, teruggetrokken, maar aardige mensen. Anders dan de straatverkopers (die aan je plakken als stroop), laten ze je met rust en laten zich gewillig bespioneren. Ze zijn eigenlijk heel fier op wat ze doen en vinden het fijn te mogen tonen wat ze met handwerk tot stand brengen. ‘Le vrai artisanat’ glundert Abdu, terwijl hij een babbeltje doet met de ambachtslui. Ze wenken ons naderbij te komen om wat uitleg te geven over hun creaties en de manier waarop ze die maken. Jennie vraagt aan een lederbewerker of we met hem op de foto mogen. De man roept zijn ploegmaten erbij en we nemen een foto met de belofte dat we hen een exemplaar zullen opsturen. Een van de jongens schrijft zijn adres op een stukje leder.

Onze sloppentocht is nog niet ten einde. Ik vermoed dat we nu pas het hartje van Marrakech binnen gaan. En o man….wat ik hier zie tart alle verbeelding. Bedelaars zonder ogen of zonder benen, creperend op de stoep. Sommigen van hen hebben zelfs de moed niet meer om hun hand uit te steken. Ze wachten gewoon tot het lot toeslaat. Prompt halen we alle vier onze geldbeugel boven. Aan dit kan je niet onbewogen voorbij gaan. Ik schaam me zelfs even, voor mezelf, voor de wereld waarin ik leef. En het verbetert er geenszins op naarmate we verder lopen. Ik huiver. Deze armen bedelen niet meer, ze kijken je alleen maar aan met een uitgemergeld gelaat waarin hun ogen door de wereld verlaten lijken en helemaal alleen achter blijven, om dan leeg door je heen te kijken. Ze maken het diepste gevoel in je wakker. Je zou al werkelijk een harteloos monster moeten zijn om hier weerstand aan te bieden. Als ik gelovig was dan zou ik zeggen ‘God hebbe je ziel’, maar ik sta machteloos en ik kan niemand om bijstand vragen. Ik vervloek mezelf. Waar is nu die Goede God of Allah, de barmhartige erbarmer, die recht laat gelden waar nodig? Waar is hij nu?

Flarden van herinneringen van woorden die me ooit diep geraakt hebben komen nu terug.  Een uitspraak van één van mijn leraars in het lager middelbaar….. Toen kon ik zijn woorden misschien verstandelijk nog niet echt vatten, maar toch voelden ze voor mijn hart als waarheid aan.  ‘Verdriet’ zei hij… ‘ écht verdriet, dat uit je niet met tranen. Tranen zijn er om iets te bekomen van een ander. Verdriet….is iets wat je probeert te verbergen. Het werkt van binnen uit, als een vulkaan. De uitbarsting is lelijk, vernietigend. Het breekt je geestelijk afweersysteem af en laat daar diepe letsels achter.’ Wijze woorden van een belezen, of misschien ervaren man. Ze hebben me nooit verlaten. Er wordt wel eens beweerd dat je harder wordt, naarmate je ouder wordt. Dat weet ik nog zo niet. Ik weet alleen dat wat ik nu gezien heb mij achtereenvolgens razend, kinderlijk week en kwetsbaar maakt. Wijzelf, als welvarende mensen, hebben de luxe om altijd te kunnen kiezen en we zijn dan soms nog te leeg om degelijke keuzes te maken. Sommigen hier hébben helemaal geen keuze, zelfs niet tussen overleven of creperen. Een sociaal zekerheidssysteem kennen ze niet. Als je om gezondheidsredenen niet voor je inkomen kan zorgen, kan je enkel rekenen op de goedheid van anderen, of een tergende, meedogenloze dood tegemoet gaan.

 

 

Kleine kinderen lopen achter ons aan. Ze vragen een dirham, een snoep, om het even wat, als ze maar iets krijgen, zelfs al was het maar een plastic zak uit Europa. En steeds met dat vriendelijke smoeltje waarin hoopvolle ogen van 70% pure chocolade je toelachen met een ‘Bonjour, ça va?’ :-). Zo’n schatjes! De meesten zijn blootsvoets en lopen er heel zwart en onverzorgd bij. Maar in al hun armoe stralen ze van levenslust en vrolijkheid. Ik vraag me af of ze hier nooit verdwalen in dat netwerk van steegjes en sloppenwijken. Abdu zegt dat kinderen hier op de eerste plaats komen. Als een toerist zijn kind ooit kwijtraakt in de massa, mag je zeker zijn dat het binnen het uur weer veilig terug wordt gebracht en dat het ondertussen zeer goed behandeld zal worden.

 

 

Mmmmm……..De geur van vers gebakken brood komt ons tegemoet en streelt mijn gevoelige neus. Abdu stelt voor de lokale bakker een bezoekje te brengen. Wie vers brood wil, moet elke dag zelf zijn deeg bereiden en het dan naar de bakker brengen, die de broden uit de hele buurt in zijn oven steekt en afbakt, weet hij ons te vertellen. Elk brood wordt op een bepaalde manier gemarkeerd, zodat er geen verwisselingen mogelijk zijn en ieder zijn eigen brood weer meeneemt. We moeten nu enkele trapjes af, naar een soort keldergat, een heel donkere ruimte waar de hitte onverbiddelijk toeslaat. Op de grond enkele kerels gezellig aan het kletsen, lurkend aan een sigaret. Wow dat sigaretje ….lijkt hier zo belangrijk te zijn. Ze kijken ons vriendelijk aan. Eén van hen staat op en op vraag van Abdu trekt hij een zwarte, stenen oven open, zo’n echt oud muurmodel zoals het er vroeger bij ons ook moeten hebben uitgezien. Ons bezoek schrikt de mannen niet in het minst af, ze lijken blij en trots over zoveel blijken van interesse. In mijn hart benijd ik deze mensen, om hun levensritme en om hun manier van gelukkig zijn in dit eenvoudig, ongecompliceerd bestaan (althans, voor zover hun gezondheid meezit). Wanneer we aanstalten maken om op te stappen, wuiven ze ons hartelijk na.

Wat we hier gezien hebben, was een ’tranche de vie’ uit de Marokkaanse jodenwijken of mellahs. In de Marokkaanse samenleving bestaat een grote verdraagzaamheid  van de moslims ten opzichte van joodse mensen en omgekeerd, wat ervoor zorgt dat ze vrijwel probleemloos naast elkaar samenleven, zonder elkaar te hinderen.

Annemie

___________________________________________________________________________

P.S: Wil je meer van dit ? ….Er komt nog….Het is ook altijd fijn om feedback te krijgen. Dus reageren mag  (zie hieronder, je kan ook altijd je e-mail adres achterlaten als je op de hoogte wil blijven van nieuwe posts. Delen kan door simpelweg op het icoontje van je keuze te klikken (FB, Twitter of Pinterest).

Zie ook eerder gepubliceerde stukjes:

http://offgirlsandshores.be/marrakech/

http://offgirlsandshores.be/de-hammam/

 

Een gedachte over “Marrakech: De soek (3)”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.