Het steegje dat we nu binnenstappen is door een latwerk van gevlochten bamboe overdekt, bedoeld om af te schermen tegen de zon. Fruit, groenten en specerijen staan er in massa’s uitgestald. Tussen de latten door dringen de zonnestralen zich onverbiddelijk op in een prachtig en sfeervol schouwspel van blauwachtige, stofferige strepen licht.
Her en der zien we stalletjes met kruiden en cosmetica. Ik word bij de arm gegrepen door een mysterieus gesluierde beauty, althans dat laatste vermoed ik bij het zien van deze twee prachtige ogen in het enige stukje huid dat onbedekt is. Hoe zou de rest dan minder mooi kunnen zijn? Hoe dan ook, deze diepdonkerbruine kattenogen kijken me aan met een intensiteit die bijna hypnotiserend werkt. Ze stopt me een verzilverde armband toe en vraagt waar we vandaan komen. Lees verder Marrakech: de Soek (4)→
Abdu toont ons enkele typische bouwwerken en poorten, vooraleer we naar de ‘echte’ soeks gaan, via een straatje waar alle ambachtslui vertegenwoordigd zijn: lederbewerkers, wevers, borduurders, pottenbakkers, meestal enkel mannelijke leden. Ze werken in omstandigheden die voor ons ondenkbaar zijn: in heel kleine krotpandjes, waar ze met zes of zeven op elkaar gedrumd hun ambacht moeten uitoefenen. Meestal vredige, teruggetrokken, maar aardige mensen. Anders dan de straatverkopers (die aan je plakken als stroop), laten ze je met rust en laten zich gewillig bespioneren. Ze zijn eigenlijk heel fier op wat ze doen en vinden het fijn te mogen tonen wat ze met handwerk tot stand brengen. ‘Le vrai artisanat’ glundert Abdu, terwijl hij een babbeltje doet met de ambachtslui. Ze wenken ons naderbij te komen om wat uitleg te geven over hun creaties en de manier waarop ze die maken. Jennie vraagt aan een lederbewerker of we met hem op de foto mogen. De man roept zijn ploegmaten erbij en we nemen een foto met de belofte dat we hen een exemplaar zullen opsturen. Een van de jongens schrijft zijn adres op een stukje leder. Lees verder Marrakech: De soek (3)→
Ontbijten op een deftig uur in het centrum van Marrakech, op een dakterras met een prachtig panorama op de stad en in de verte het Atlasgebergte…. dat is pas luxe!!! De hele omgeving is gehuld in een langzaam optrekkende, in de zon verdampende ochtendnevel.
Nadat we rijkelijk genoten heb van ons ontbijt, met zicht op dit dynamisch schouwspel van een stad die ontwaakt (o-daar-heb-ik -altijd-al-zoveel-van-gehouden), lopen we even later op de rue Alla-l-Fassi, een brede boulevard met palmbomen. Tien uur. We voelen de ochtendkilte nog, vanwege de nevel, maar tegelijk kondigt de zon een behaaglijk warmte aan, die zelfs neigt naar hitte. Links van ons probeert een man gelijke pas met ons te houden. Ik gluur even terzijde. Hij vraagt of hij ons de stad mag laten zien. Jennie neemt het woord, terwijl ze resoluut doorstapt en hem kordaat probeert af te wimpelen. Hij reageert vrij arrogant. Met een neerbuigende blik en een vuile-vinger gebaar geeft hij blijk van zijn minachting voor ons, Europese vrouwen. Lees verder De Hammam (2)→
“Marrakech is geen stad, het is een onafhankelijke planeet, door een goddelijk toeval als een rode hoer neergeworpen tegen de eerste heuvels van de Atlas, die in de verte schittert met zijn hoge, besneeuwde toppen”. (< Cees Noteboom)
Habibi Moeraakisj
14 november 1994
Om en bij drie uur in Marrakech, nabij de ingang van ‘La Gare des Routiers’, of zoiets…hadden we afgesproken met Rachid, de ex-schoonbroer van Jennie. La Gare des Routiers is een centrale stopplaats voor bussen, waar we halt houden na een boeiende, maar snikhete rit van vier uur doorheen het Atlasgebergte. We stappen uit in een andere wereld. Een kakofonische drukte animeert de straten van dit kloppend hart van Marokko. Alles hier straalt agressie uit. Het rustige Agadir dat we vanmorgen verlaten hebben lijkt nu enkel nog een vage , voorzichtige introductie tot the real Islamic culture and stuff. Amazing! Lees verder Marrakech (1)→