Een vlieg gonst rond mijn hoofd.
Wat is er zo interessant aan mijn hoofd dat diezelfde vlieg rond mij wil blijven?
Door de stilte kan ik de vlieg horen
Vliegen doen me denken aan zomers
Aan stilte
Aan hitte, aan wel veertig graden
Aan prachtig weer
Aan oma vroeger
Aan vakantie vroeger, bij oma
Aan haar huis
Aan de schuur naast haar huis
Aan bewaarappelen met vliegen in de schuur
Aan haar groentetuin die heerlijk rook als het pas geregend had
Aan haar pomp met putwater
Aan de emmer die ze liet zakken in de regenput en het water dat ze in de emmer pompte
Aan het piepend geluid dat de pomp maakte
Aan de hete koffie met drek die we sipten in de veranda samen met opa
Aan die koffiedrek die in een ringvormige houder met een katoenen zak in de ijzeren koffiepot werd gehangen, 1/2 koffie, 1/2 cichorei
Thuis vroeg ik aan mama om ook zo’n koffie te maken
Maar thuis smaakte die niet
Het lag niet aan mama
Het lag aan mij en oma