Marrakech (1)

 

“Marrakech is geen stad, het is een onafhankelijke planeet, door een goddelijk toeval als een rode hoer neergeworpen tegen de eerste heuvels van de Atlas, die in de verte schittert met zijn hoge, besneeuwde toppen”. (< Cees Noteboom)

Habibi Moeraakisj

14 november 1994

Om en bij drie uur in Marrakech, nabij de ingang van ‘La Gare des Routiers’, of zoiets…hadden we afgesproken met Rachid, de ex-schoonbroer van Jennie. La Gare des Routiers is een centrale stopplaats voor bussen, waar we halt houden na een boeiende, maar snikhete rit van vier uur doorheen het Atlasgebergte. We stappen uit in een andere wereld. Een kakofonische drukte animeert de straten van dit kloppend hart van Marokko. Alles hier straalt agressie uit. Het rustige Agadir dat we vanmorgen verlaten hebben lijkt nu enkel nog een vage , voorzichtige introductie tot the real Islamic culture and stuff. Amazing!

Marrakech, in het Arabisch ‘Moerakisj’ uitgesproken, ‘het land van God’ wordt niet voor niks de Rode Stad genoemd. Kenmerkend voor deze koningsstad zijn de rode gebouwen. Het lijkt alsof hun gevels de gloed en het vuur van de bewoners hebben opgeslorpt en met veel flair reflecteren op alles wat levend rondloopt. Toeterende auto’s, flitsende beelden van fietsers en brommers…, voor onze Westerse ogen een zeer chaotisch tafereel. Toch lijken al die mensen hier hun bestemming te vinden zonder noemenswaardige problemen, tenzij lokaal een zeer felle discussie.

Middenin die harrewar van mensen, dieren en voertuigen zitten mannen tegen een boom gehurkt. Het kabaal kan hen gestolen worden, tijd voor een dutje.

Ook het stof is iets dat bijblijft. De zon, de hitte, trillende beelden vanwege die hitte, en het stof,  dat tussen al dat stadslawaai, die zon en die hitte opwaait en het stadsbeeld in een wazige sluier hult. Rode, plakkende, pakkende beelden nestelen zich in mijn geestelijk netvlies dat ze registreert als één grote surrealistische droom.

Voor het station worden we overvallen door taxichauffeurs. ‘Agadir?’ ‘Non, nous restons ici’. Vragende, onderzoekende blikken van gitzwarte, vuurspuwende ogen. Wat verderop staan twee mannen met hevige gebaren luidop te discussiëren, of maken ze ruzie? Nog een beetje en ze gaan op de vuist! ? Dit stationnetje ademt agressie uit. Ik voel me niet zo op mijn gemak.

Ik herken Rachid onmiddellijk. In wezen is hij niet zoveel veranderd, wel is hij met het ouder worden nog meer gaan lijken op zijn broer. Voor hij zich verbond met Zaina, met wie hij nu in Marrakech woont, heeft hij een tijd in Engeland, later ook in België gewoond. Hij kwam toen geregeld op bezoek bij Jennie (mijn vriendin en zijn toenmalige schoonzus), met wie hij dikke maatjes was.

Bij nader inzien heeft hij toch wel een kleine gedaanteverwisseling ondergaan. Zijn ‘wild look’ is weg. De weelderige, gitzwarte, lange krullen achtergelaten bij één of andere meedogenloze barbier. Zonde o zonde. “Hallo Macho”, murmel ik tussen mijn tanden, of wat een huwelijk niet aanrichten kan.

“Toi tu n’as pas changé Annemie, woh non”, zegt hij met een ernstig Sylvester Stallone timbre in zijn stem. Ik moet even een opkomende lachkriebel onderdrukken en probeer beleefd zijn compliment te beantwoorden met een over-charmante glimlach. Ok, time to move on. Sylvester zwaait zijn leren jack nonchalant over zijn schouder, terwijl hij met zijn vrije hand een pakje rammelende sleutels klaar houdt voor de big trip. My my my…

Het is bloedheet geworden. Rachid brengt ons naar zijn huis, iets buiten het centrum van Marrakech, waar we door zijn vrouw  verwacht worden voor een drankje. We worden rijkelijk onthaald. Het interieur van hun huis is indrukwekkend en stijlvol. Het heeft een paleisachtige charme en ademt luxe. Op de glimmende salontafel lonkt een prachtige glazen karaf met gekoeld fruitsap en zes glazen. Rachid zet een muziekcassette op met muziek van Vivaldi. Alles lijkt zo mooi geënsceneerd. Het geeft me een gevoel van onbehagen, niettegenstaande de vriendelijkheid waarmee Zaina ons omringt.

Rachid heeft een hotelletje voor ons besproken in het centrum, redelijk van prijs en vrij comfortabel. Hij zal er ons straks heenbrengen en dan een rondritje met ons maken doorheen Marrakech. Hij stelt voor dat hij ons de voornaamste dingen toont, zodat we zelf een keuze kunnen maken waar we de volgende dagen heen willen.

Een uur later rijden we door de chiekste buurten van Marrakech. Rachid wil blijkbaar dat we ons Marokko herinneren als een rijk en indrukwekkend land van majestueuze pracht en praal. Wanneer we onze wens uiten om de Jamaa el Fna te zien, of de legendarische soek van Marrakech, dan valt het op dat hij daar met enige snuivende minachting op reageert, maar ons even later met glunderende ogen het volgende prachtige beeld van Zijn Marokko laat zien. Hij rijdt de parking op van de Mamounia, één van de meest luxueuze hotels ter wereld, gebouwd in 1923 en in 1986 volledig gerestaureerd. Dit is een typisch voorbeeld van islamitische kunst. Hier hebben de rijkste mensen ter wereld, cineasten, filmsterren etc. hun tweede verblijf gehad. Ooit was het een paleis, door Sultan Sidi Mohammed aan zijn zoon Mamoun geschonken. Ik hou even mijn adem in. Dit decor doet me denken aan buikdanseressen, neerliggende sultans en prachtige, gesluierde concubines die met hun diepbruine, met kool omrande ogen hun status komen verdienen via de kunst van het verleiden. Alle verhalen van 1001 nacht komen hier opnieuw tot leven. Mozaïeken in de vorm van sterren en zonnen tarten elke verbeelding. Wat een architectuur! Is het de bewondering van het vreemde, het andere dat mij het gevoel geeft dat al het mijne minder aantrekkelijk is geworden?

We zetten onze fantasia route verder via de Avenue de la Menara, een brede laan met weelderige villa’s en luxehotels. Diezelfde laan leidt ons naar een prachtige tuin, de Menara tuin, met een enorme vijver en middenin een Sa’adisch paviljoen. Volgens de legende was het vroeger een ontmoetingsplaats waar sultans hun geheime minnaressen zagen. Een ervan zou zelfs de gewoonte hebben gehad om elke dag bij zonsopgang zijn geliefde van één nacht te verdrinken in de vijver. Misschien hadden ze Sheherazade hier beter ingeschakeld, maar goed, ze zal moe geweest zijn na 1000 slapeloze nachten.

“Dangéreux, très très dangéreux!! Jamais faire toute seule, toujours vous faire accompagner par un guide!! ” zegt Rachid met veel gevoel voor drama. Onlangs zou er een vrouw vermoord in het water zijn aangetroffen. Ik pak prompt mijn verlanglijstje met ‘Must see’s’ en schrap stiekem de Menara tuin. (later met tipex bewerkt  en er opnieuw aan toegevoegd we laten ons toch niet kennen zeker 🙂 )

Via de Avenue Hassan II bereiken we de indrukwekkende vestingsmuur met zijn 10 poorten of Babs. We nemen de Bab Douchala en rijden tot vlakbij de beroemde Koutoubia moskee, het ultieme meesterwerk van Spaans-Moorse kunst. Volgens een legende zouden de vier koperen bollen op de top van de minaret gemaakt zijn uit de samengesmolten sieraden van de vrouw van de sultan. Ze zou ze geofferd hebben als boete omdat ze de ramadan niet had gerespecteerd.

We zijn nu bijna in de buurt van de Jamaa el Fna. Rachid besteedt er niet veel aandacht aan. Jennie lonkt veelbetekenend over haar schouder. Ik heb de boodschap goed begrepen: dit spektakel van geuren, kleuren, magie en tromgeroffel laten we vandaag voor wat het is, maar staat evenwel op onze prioriteitenlijst voor morgen, ZONDER Rachid.

Even later bevinden we ons weer in een wijk met dure klasse hotels. Rachid rijdt de parking op van het schitterende Palmeraie Golf Hotel, waar hij werkt, en vraagt ons om even te wachten. Hij gaat voor ons tickets regelen voor een spektakel vanavond dat we volgens hem absoluut moeten gezien hebben en dat plaats zal vinden ‘chez Ali’. Denkelijk kan hij zorgen voor een fikse reductie. Ja zo gaat het hier. Als je de juiste mensen kent, dan kom je overal en voor veel minder geld. Dit hotel, in terra cotta, heeft een gigantische tuin, vol met palmen, vandaar de naam La Palmeraie. Er is een golf aan verbonden, blijkbaar zeer gekend bij golfbeoefenaars.

(to be continued…)

 P.S: Hou je van dit soort lectuur? Dan help je mij door te delen en te liken. Dank daarvoor!

2 gedachten over “Marrakech (1)”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.